De oorsprong van laserlasmachines gaat terug tot het midden van de -20eeuw, toen de eerste laser werd uitgevonden in 1960. Aanvankelijk werden lasers gebruikt voor wetenschappelijke experimenten en militaire doeleinden. Pas in de jaren zeventig begonnen onderzoekers over de hele wereld het gebruik van lasers bij fabricage en lassen te onderzoeken.
Een van de eerste pioniers op het gebied van laserlassen was Dr. DH Downing, die eind jaren zeventig de eerste krachtige laserlasmachine ontwikkelde. Zijn machine gebruikte een koolstofdioxidelaser om metalen aan elkaar te lassen en werd onmiddellijk erkend als een baanbrekende technologie.
Naarmate de lasertechnologie in de loop der jaren bleef verbeteren, namen ook de mogelijkheden van laserlasmachines toe. De machines van vandaag zijn zeer geavanceerd en kunnen een breed scala aan materialen lassen, van metalen tot kunststoffen.
De voordelen van laserlassen zijn hoge precisie, snelheid en reinheid. De laserstraal is zeer gefocust, waardoor nauwkeurige controle over het lasproces mogelijk is. Het kan ook snel en efficiënt materialen lassen zonder bijproducten te produceren, in tegenstelling tot traditionele lasmethoden.
Over het algemeen kan de oorsprong van laserlasmachines worden toegeschreven aan de voortdurende ontwikkeling en verbetering van lasertechnologie in de afgelopen decennia. Tegenwoordig worden deze machines veel gebruikt in verschillende industrieën, waaronder de auto-industrie, ruimtevaart en medische sector.